Samenstelling van de jury
- Gratienne Dubois, hoofd van de dienst pedagogie en publiekswerking bij Civa
- Alice Graas, strategisch coördinator Art Nouveau Brussels voor Erfgoed & Cultuur
- Thomas Greck, architect
- Benjamin Zurstrassen, conservator van het Hortamuseum
De laureaten
Binnen de categorie ‘particulieren’ / ‘restauratie’ heeft de jury besloten:
- de 1e prijs, ter waarde van € 2.600, toe te kennen aan de restauratie van een polychroom plafond in een woning in neoklassieke stijl uit 1894, Haachtsesteenweg 268 - eigenaars: Sophie Chamart en Quentin Crabbé
- 1e vermelding ex aequo toe te kennen aan Schaerbook – restauratie van een Art Deco winkelpui, Léon Mahillonlaan 91 - eigenaars: Christine Otten, Laurent Swinnens en Laurence Collignon
- 1e vermelding ex aequo toe te kennen aan ‘Maarschalk Foch ontwaakt – gevelrestauratie’, Maarschalk Fochlaan 31 - eigenaars: Aurore Burette en Hadrien Bourdon
Binnen de categorie ‘verenigingen’ / ‘bewustmaking’ heeft de jury besloten:
- De 1e prijs, ter waarde van € 1.000, toe te kennen aan de vereniging ARAU – Atelier de Recherche et d'Actions Urbaines voor de kaart ‘Habiter Schaerbeek’.
Categorie: Particulieren die voorbeeldige renovatie- of restauratiewerken uitvoeren
1e Prijs: de restauratie van een polychroom plafond in een neoklassieke woning uit 1894
Haachtsesteenweg 268
Bouwheren: Sophie Chamart en Quentin Crabbé
De locatie:
Dit neoklassieke burgerhuis uit 1894, gelegen naast het Autrique-huis, maakt deel uit van een rij gebouwen, waarvan de meeste in neoklassieke stijl zijn.
De restauratie:
In de loop der tijd en door opeenvolgende eigenaars was het huis voorzien van talloze bijgebouwen en stond het op het punt om onbewoonbaar verklaard te worden toen het in 2018 door de huidige eigenaars gekocht werd. Ze begonnen met de renovatie om het huis weer bewoonbaar te maken en van alle comfort te voorzien. Daarbij probeerden ze zo veel mogelijk authentieke elementen te bewaren.
Aan het einde van de ruwbouwwerken in 2021, net toen ze op het punt stonden om een laagje verf aan te brengen alvorens het huis in te trekken, waren de eigenaars het plafond van de woonkamer aan het schuren toen ze merkten dat er hier en daar polychrome motieven te zien waren. Ze besloten het plafond niet verder te schilderen in de hoop het later te kunnen restaureren. In 2023 werd hen de naam van Manuel-Antoine Cardoso Canelas aanbevolen tijdens een gesprek met erfgoedexperts. De werkzaamheden begonnen eind juni 2024 en duurden 3 weken.
Aanvankelijk was het de bedoeling om een paar onderzoeken uit te voeren om de motieven en kleuren van het plafond te achterhalen. Het doel was om sjablonen te maken waarmee de originele versiering nagemaakt kon worden. Onderzoek wees echter uit dat de motieven uitgebreider en gevarieerder waren dan verwacht. Uiteindelijk kozen de eigenaars ervoor om de versieringen uit die periode schoon te maken en de kroonlijst en het effen vlak opnieuw te schilderen.
De versieringen werden schoongemaakt en waar nodig werden correcties aangebracht in aquarel. De kroonlijst werd opnieuw geschilderd met een bloedrode laag om diepte toe te voegen, gevolgd door een bordeauxrood patina dat bij het marmer van de schoorsteenmantel past. Een soortgelijke behandeling werd toegepast op de rozet in het midden. Hoewel het centrale vlak eenvoudig oogde, vormde dit de grootste uitdaging. Onderzoek wees namelijk uit dat het centrale vlak oorspronkelijk hemelsblauw was, maar dat de olieverf geoxideerd en dus groen geworden was. Er werd een lichtblauwe grondlaag aangebracht, gevolgd door een groen patina. De oxidatie van de achtergrondkleur was niet uniform, dus de grootste moeilijkheid was om een harmonieuze aansluiting te verkrijgen aangezien het groen van de schoongemaakte delen in elke hoek anders was.
Het gerestaureerde plafond telt vier delen, die waarschijnlijk de vier seizoenen voorstellen, omringd door acanthusbladeren en met elkaar verbonden via gestencilde friezen.
Vakman betrokken bij het project: Manuel-Antoine Cardoso Canelas
Het oordeel van de jury:
Dit project bevindt zich binnenshuis en de restauratie is niet ten behoeve van de gemeenschap, wat voor sommige juryleden een belemmering had kunnen zijn. Maar juist het feit dat de eigenaars niet verplicht waren om deze restauratie te doen, maakt de interventie nog interessanter. Er worden niet veel meer van deze polychrome interventies uitgevoerd, dus het idee om deze versiering te behouden is lovenswaardig. De eigenaars konden een beroep doen op de juiste mensen om een methodologie te definiëren en de versiering op een genuanceerde manier in zijn vroegere vorm te herstellen. Deze restitutie gaat goed samen met een hedendaagse interventie, wat zeldzaam is. Het is geen gemakkelijke oefening, niet veel mensen doen het.