Een archief onder de loep
De organisatie van een kermis in Schaarbeek gaat terug tot het einde van de 19e eeuw. Ondanks enkele ups en downs in de loop van zijn geschiedenis, was de kermis met zijn diverse attracties een vaste waarde en een bron van plezier voor jong en oud.
Aan de oorsprong ligt ... een bedevaart
De geschiedenis van de jaarlijkse kermis in Schaarbeek begint met een bedevaart naar de Sint-Corneliuskerk in Diegem, op een vijftal kilometer. Zoals vele bedevaarten ging ook deze gepaard met een kermis, en sommige foorkramers "overwinterden" in Schaarbeek in afwachting van de opening van de lentemarkten. Hun verblijf was een meevaller voor de handelaren in de gemeente, vooral in de omgeving van het Colignonplein en de Saint-Servaaskerk, waar de foorkaravaan meestal neerstreek. Eind 19e eeuw namen sommige foorkramers niet langer de moeite om zich te verplaatsen en werd Schaarbeek de toegangspoort tot de Diegemse kermis. In zijn boek Kermesses uit 1884 beschrijft Georges Eekhoud de doortocht van bedevaartgangers van Brussel naar Schaarbeek als volgt: "De gelovigen zetten de processie in gang, met in hun zog een schare aan kijklustigen en kermisgangers. De grote meerderheid van deze laatsten gaat niet verder dan de grenzen van de wijk en beperkt zich tot de geneugten van de kermis in de buurt van de nieuwe kerk. ‘s Avonds heerst daar een exuberante, uitgelaten sfeer, met wilde dans- en slemppartijen."