Hylke Gryseels, 20 jaar cultuurbeleidscoördinator van Schaarbeek

Hylke Gryseels startte in 2002 als cultuurbeleidscoördinator in Schaarbeek. Maar ze voelt zich bijlange geen dinosaurus. Schaarbeek blijft haar prikkelen en uitdagen.

Je bent nu 20 jaar cultuurbeleidscoördinator in Schaarbeek… Dat is lang!

Zeg wel…(lacht) Ik ben de tweede cultuurbeleidscoördinator van Brussel,  in Etterbeek waren ze Schaarbeek een paar maanden voor.

Ik heb in de afgelopen 20 jaar uiteraard heel wat zien veranderen, zowel in mijn professionele context als in de stad zelf. Schaarbeek is een superdiverse gemeente. Daarbij gaat het niet enkel meer om de etnisch-culturele diversiteit, die alleen maar is toegenomen, maar ook over de groeiende diversiteit binnen de diversiteit: steeds meer landen van herkomst, talen, levensbeschouwingen, migratiemotieven, verblijfsstatuten, economische welvaart, opleidingsniveau, …

De laatste jaren vestigden zich steeds meer nieuwe, trendy horecagelegenheden en ambachtelijke zaken in Schaarbeek, vooral rond de Louis Bertrandlaan. Sommige cafés organiseren op regelmatige basis ook concertjes of feestjes. Dit brengt een hele nieuwe dynamiek teweeg. Schaarbekenaren hoeven hun gemeente niet meer per se te verlaten voor een avondje uit. Schaarbeek kan stilaan in het rijtje gaan staan van de ‘jonge, hippe’ Brusselse gemeenten. Dit gegeven stelt echter de dualiteit tussen de ‘gefortuneerden’ en ‘minder gefortuneerden’ nog meer op scherp. Want helaas hebben we ook de armoede sterk zien toenemen de afgelopen jaren: 1 kind op 4 groeit op in armoede…

Ik mag dan al 20 jaar dezelfde job hebben, de inhoud ervan bleef non-stop aan verandering onderhevig. Het uitgangspunt was steeds ‘voeling met de lokale realiteit’, maar de manier hoe hiermee werd omgesprongen veranderde. Mijn job verandert mee op het ritme van de stad en van de maatschappij.

In de beginjaren lanceerden we meer one shots: toffe eenmalige projecten die een rimpeling in het wateropvlak veroorzaakten. We zijn mettertijd echter steeds meer gaan inzetten op duurzaamheid, onder meer door langlopende trajecten en door in te zetten op het verstevigen van netwerken met andere partners.

Ook mijn relatie met de drie Nederlandstalige partners in cultuur (de Dienst Cultuur, de Bibliotheek en het Gemeenschapscentrum De Kriekelaar) veranderde: in de beginjaren was het soms nog trek- en sleurwerk om hen het belang aan te tonen van samen een sterker lokaal verhaal te schrijven – zonder elkaars concurrenten te zijn. Stilaan evolueerde het partnerschap naar een goed geoliede ménage à trois: de partners engageren zich collectief voor een stevig lokaal cultuurbeleid en werken complementair de beleidsdoelstellingen uit die we samen vooropstelden. Zoals het in elke ménage gebeurt, ontstaat er al eens frictie of een discussiepunt, maar het is belangrijkste is dat er veel liefde is, zowel voor elkaar als voor Schaarbeek!

Welke realisaties van de afgelopen jaren hebben je het meest gemarkeerd?

Het mag absurd klinken in een Brusselse en dus de facto meertalige context, maar de samenwerkingen met Franstalige partners vind ik één van de belangrijkste realisaties. Toen ik startte als cultuurbeleidscoördinator leek dat ondenkbaar. Het water was toen nog erg diep tussen beide taalgemeenschappen. Nog zo eentje die nu de evidentie zelve lijkt : evenementen in het Josaphatpark. Het park was tijdens mijn beginjaren een no go zone. We hebben het stilletjes opgeëist met eerst “Een bijzondere dag in het park” met veel straattheater acts en daaruit groeide de klassieker “Boem Patat Josaphat” : een reuzepicknick en circus in het park. Intussen organiseert de gemeente in de slipstream hiervan al een aantal jaar een zomer lang activiteiten onder de naam “The Park to Be”.

Een laagdrempelig cultuurbeleid betekende ook cultuur weghalen van de rode pluche van de theaterzaal en omdenken naar ontdekking en ontmoeting : zo organiseerden we vele projecten op bijzondere locaties, zoals vb. “Schaarbeek Laat”. Ik herinner me hoe we na afloop van een theatervoorstelling in de oude cafetaria van het zwembad met de ploeg in ons ondergoed in het zwembad zijn gedoken. We brachten cultuur ook letterlijk aan huis met projecten zoals “Salon Bombardon” waarbij enthousiaste cultuurliefhebbers het publiek in hun living ontvingen voor een concert, dans- of theatervoorstelling. Of we leerden iets bij over andere eetgewoontes en culturen tijdens “Salon Cuisson” waarbij Schaarbekenaren van diverse origine een menu samenstelden voor 15 onbekende gasten die samen bij hen thuis aan tafel schoven. Ik vind het ook fijn dat we i.s.m. vzw Sputnik met het festival “Alles es Just!” de term “erfgoed” vanonder het stof haalden en de lokale Schaarbeekse geschiedenis rond de figuur Pogge konden ombuigen tot een plezant feest dat elk jaar drie dagen duurde of hoe we met de “Kriekenboomsage” een community wisten te creëren waarmee we de kriekelaar terug naar Schaarbeek brachten en intussen i.s.m. Brasserie de la Mule zelfs ons eigen lokale kriekenbier brouwden. Ach, ik zou zoveel mooie projecten kunnen opnoemen!

Zeker niet minder belangrijk zijn de meer duurzame trajecten die blijven groeien en mooie synergieën teweegbrengen : ik denk aan de vrouwenwerking en de Stadsacademie van de Kriekelaar, maar ook aan Black History Month van Bib Sophia en recent nog de opstart van een duurzaam muziekbeleid MUZIK1030 van de Dienst Cultuur. Of hoe alles blijft bougeren en evolueren!

Ik blijf het ook chapeau vinden hoe de partners tijdens de moeilijke coronaperiode niet zijn weggekropen in een hoekje, maar snel hebben geschakeld en hun werking afstemden op de situatie om er samen het beste van te maken.

Wat zijn de uitdagingen voor de toekomst?

Zonder twijfel de superdiversiteit en duurzaamheid. Op dat vlak hebben we nog veel te leren en te implementeren. Daarnaast vind ik het ook belangrijk om oog te blijven hebben voor de polarisering van de maatschappij, zowel ideologisch als socio-demografisch. Hoe kan de stad een thuis blijven voor iedereen? Hoe kunnen we in dialoog blijven treden? Hoe kunnen we leren van elkaar en cultuur blijven inzetten als bindmiddel? Want het is verdomd goeie mayonaise, als ze pakt!