Geschiedenis van de straat: Paul Deschanellaan

Kent u de geschiedenis van uw straat? We nodigen u uit om de mooiste anekdotes over de straten van Schaarbeek te ontdekken. Vandaag:  Paul Deschanellaan

Oud spoorwegtracé

De Paul Deschanellaan is een van de mooie, lange, met bomen omzoomde lanen die de gemeente rijk is. Ze begint aan de ingang van het Josaphatpark (Azalealaan) en eindigt op het grondgebied van Sint-Joost-ten-Node ter hoogte van de Armand Steurssquare. Net als de Voltairelaan volgt ze een oud spoorwegtracé dat in de 19de eeuw bovengronds door Schaarbeek liep en het station van de Leopoldwijk verbond met het Noordstation. In 1900 werd besloten om de spoorweg een paar meter verder in een sleuf te leggen, zodat de gemeente haar stedelijke ontwikkeling optimaal kon verderzetten. Zo is de brede Emile Vanden Puttelaan ontstaan. In 1912 werd ze omgedoopt tot Voltairelaan en Paul Deschanellaan.

 

 
 

Geboren in Schaarbeek

Maar waarom hulde brengen aan Paul Deschanel, die kortstondig president was van de Franse Republiek? Paul Deschanel werd op 18 februari 1855 geboren in Schaarbeek. Zijn vader, schrijver Emile Deschanel, was toen net als Victor Hugo en Alexandre Dumas in ballingschap in Brussel na zijn verzet tegen Napoleon III. Bij de geboorte van Paul woonde Emile Deschanel met zijn vrouw in de Brabantstraat. Op zijn geboorteakte staan twee schilders vermeld als getuigen: Adolphe Robert-Jones en Louis Gallait, die zijn atelier in de Groenstraat had - niet ver van het huis van de Deschanel.

 

 
 

 

Nadat Napoleon III hen amnestie had verleend, keerde de familie Deschanel in 1859 terug naar Frankrijk. Na een glansrijke politieke carrière werd Paul Deschanel in januari 1920 verkozen tot president van de republiek.

Ten gevolge van een depressie en zijn beroemde val uit een nachttrein neemt hij ontslag na zeven maanden presidentschap. Hij stierf in Parijs in april 1922 .

Een art-decolaan

De Paul Deschanellaan wordt omzoomd door verschillende art-decogebouwen. Zo zijn er de burgerhuizen op huisnummer 5 (architect Edmond Plétinckx, 1926), 42 (architect Henri Aimé Jacobs, 1927) en 165 (architect René Notéris, 1931). Maar het meest opvallende aan de laan zijn de majestueuze appartementsgebouwen zoals nr. 86 tot 90 (architect Maurice Surkyn, 1936), nr. 130-134 (Residentie Albert I, architect René Notéris, 1935), nr. 160 (Residentie La Marquise, architect René Notéris, 1936) en ook nr. 248 (Residentie Reine Astrid, architect René Notéris, 1936).

 

 
 

Mast van de Lalaing

Aan het begin van de laan bevindt zich een elektrische mast, ook wel het “Gevecht van tijgers en slangen” genoemd. Hij is van brons gemaakt door beeldhouwer Jacques de Lalaing, in een zuivere art-nouveaustijl. De beeldhouwer toonde een eerste versie van zijn werk op het Salon van Brussel in 1887. Vervolgens wilde hij dat zijn mast in de openbare ruimte werd geplaatst. Na verscheidene opgegeven plaatsingsvoorstellen en een herwerking van het werk, zou het in zijn definitieve versie worden voorgesteld op de Wereldtentoonstelling van Gent in 1913.

 

 
 

 

In 1926 boden de erfgenamen van Lalaing de elektriciteitsmast aan de gemeente Schaarbeek aan, die hem op het kruispunt van de Voltairelaan en de Deschanellaan plaatste. In 1953 werd de mast gedemonteerd en opgeslagen in een magazijn en dit tot in 1993, wanneer hij op het Colignonplein werd geplaatst, zij het zonder zijn lichtgevende kroonstuk. In 2006 wordt hij teruggebracht naar zijn oorspronkelijke plaats en verlicht hij, dankzij een volledige restauratie, opnieuw de ingang van het Josaphatpark. 

 

 
 

 

Wilt u meer weten? Neem dan contact op met de dienst Gemeentearchieven: archieven@schaarbeek.irisnet.be

 

© Alle rechten voorbehouden