Archief onder de loep
Sinds de 19e eeuw waakt de brandweer over Schaarbeek
Vuur is een van de grootste angsten van heel de agglomeratie. Al in de middeleeuwen werd regenwater opgeslagen om in geval van brand te gebruiken, maar de inwoners waren vaak slecht uitgerust om dit fenomeen te bestrijden. Dikwijls hadden ze enkel emmers tot hun beschikking.
In de 19e eeuw, toen het waterleidingnet werd aangelegd, konden hydranten worden gebruikt in geval van brand. Decennia lang kon de Schaarbeekse politie, bij wie het brandbestrijdingsmateriaal (lansen, slangen, pompen, enz.) was opgeslagen, dit materiaal enkel aansluiten op het waterleidingnet in aanwezigheid van een fonteinman. Dit zorgde vaak voor vertraging bij de bluswerken.
Vier brandweerafdelingen in Schaarbeek
In 1877 verwoestte een enorme brand de schrijnwerkersateliers in de Rogierstraat. Daarop besloot het gemeentebestuur een vrijwillige brandweer op te richten. De gemeente werd opgedeeld in vier afdelingen en arsenalen werden voorzien voor de opslag van het materiaal. Een van die arsenalen bevond zich trouwens in het Gemeentehuis.
De meest opvallende brand in Schaarbeek was waarschijnlijk die in het Gemeentehuis in 1911. Het vuur woedde zo hevig dat versterking uit andere Brusselse gemeenten nodig was om de brand te blussen.
In 1973 fuseerden de verschillende brandweerkorpsen van Brussel; sinds 1990 vormen ze de gewestelijke dienst DBDMH.
