Archieven onder de loep
In de nacht van 17 op 18 april 1911 werd ons mooie gemeentehuis bijna volledig verwoest door een aangestoken brand. Deze dramatische gebeurtenis vormde indertijd de inspiratiebron voor de Schaarbeekse schilder Paul Leduc.
Een eerste waarschuwing
In de avond van 17 april 1911, toen de Paaskermis in volle gang was op het Colignonplein, merkten voorbijgangers een onrustwekkend lichtschijnsel op aan de ramen van het gemeentehuis. Op die feestdag zou er niemand in het gebouw mogen zijn.
Algauw werd brandalarm geslagen en de brandweer verwittigd. Die had het vuur vrij snel onder controle, dat beperkt bleef tot het kantoor van de ontvanger, op het gelijkvloers van de linkervleugel.
Brandstichting
De brandweer merkte echter op dat de brand geen ongeluk leek. Waarschijnlijk was die het werk van een flauwe grappenmaker. Iedereen ging terug feesten of slapen.
De grote brand
Later die avond brak er opnieuw brand uit, deze keer op de zolderverdieping van de rechtervleugel. Deze brand was veel heviger en verspreidde zich snel, dankzij de houten stellingen voor de gevelrestauratie rond een groot deel van het gebouw.
Brandweerkorpsen uit de buurgemeenten werden opgeroepen als versterking. Het duurde verscheidene uren eer de brand onder controle was. Enkel een rokend karkas bleef achter.
Schuldige(n) nog altijd niet gevat
Het bleek al snel om brandstichting te gaan, maar het onderzoek leverde nooit een schuldige (of schuldigen) op, ook al loofde het gemeentebestuur een beloning uit voor nuttige informatie. Tot op de dag van vandaag blijft het mysterie onopgehelderd.
Wederopbouw en toevoeging van de lokettenzaal
Het gemeentehuis, een ontwerp van architect Jules-Jacques Van Ysendyck, werd nagenoeg identiek heropgebouwd door zijn zoon, Maurice Van Ysendyck. Deze laatste voegde er de grote lokettenzaal aan toe, aan de achterzijde van het gebouw.
Een geïnspireerde schilder
Paul Leduc (1876-1943) was een schilder met een voorkeur voor landschappen en stadsgezichten die hij in een neo-impressionistische stijl en palet schilderde. Hij werd geboren in de Borinage, maar verhuisde naar de kunstenaarsstad Schaarbeek. We weten niet wanneer, aangezien de bevolkingsregisters verloren gingen in de brand in kwestie. Daar bleef hij wonen tot zijn overlijden.
Enige tijd na de brand maakte hij een schets van het verwoeste gemeentehuis. Hij stelde het College voor om een groot schilderij te maken op basis van deze schets. Het College aanvaarde zijn voorstel en kocht ook de schets.
Het schilderij hangt momenteel in een van de schepenkabinetten, terwijl de schets de zaal siert waar het College elke week vergadert. Deze twee werken zijn een mooie getuigenis van het tragische verleden van het gemeentehuis, dat men vandaag enigszins vergeten is.
Transcriptie van de brief van Paul Leduc van 9 juni 1911
Hieronder vindt u de brief die Paul Leduc schreef aan het College en waarin hij de wens uitdrukt om een schilderij te maken van het gemeentehuis na de brand.
Aan de heren Burgemeester en Schepenen van de gemeente Schaarbeek,
Geachte heren,
Toen ik voorbij de restanten van het Schaarbeekse gemeentehuis liep, werd ik diep getroffen door deze ruïnes. Ik heb er een studie en tekening van gemaakt die ik u hierbij graag voorstel. Ik ben er zeker van dat ik op basis van ernstige documenten zoals de documenten in mijn bezit, een interessant schilderij kan maken op basis van deze schets – vooral interessant voor de mooie gemeente Schaarbeek (mijn gemeente). Het gaat immers om een van die herinneringen die een stad zal willen koesteren. Als dit ontwerp u bevalt, zal het mij een genoegen zijn om een schilderij te maken dat 1m50 x 1m25 zal meten met het kader erbij en dat ik van de hand zal doen voor de som van 1200 frank.
Ik durf te geloven, geachte heren, dat u dit schilderij eerstdaags zal willen bestellen. Hopende daarop verblijf ik met de meeste hoogachting.
Paul Leduc
Léopold Couroublestraat 16