In 1800 werd de eerste burgemeester van Schaarbeek benoemd. De toenmalige gewoonten van de “gemeenteraad” kunnen wel een glimlach opwekken.
Politieke context
In 1795 stond het latere België onder Frans bewind. In augustus besliste het Comité van Algemeen Welzijn om de “Kuip van Brussel” af te schaffen: de voorsteden van de stad Brussel werden zelfstandige gemeenten. Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node vormen samen met Sint-Stevens-Woluwe het gelijknamige kanton.
Benoeming van de burgemeester en de gemeenteraad
In 1799 besloten de Franse autoriteiten om het beheer van de gemeentezaken toe te vertrouwen aan een burgemeester en een gemeenteraad, al hadden die in het Frans toen een iets andere naam. In Schaarbeek benoemde de prefect van het departement van de Dijle, dat overeenkomt met het grondgebied van Vlaams- en Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een zekere André Goossens tot eerste burgemeester. Over hem is er vandaag weinig geweten.
De gemeenteraad telde zes leden: Jacques Putmans, Pierre Van Craenenbroeck, François Van den Eynde, Jean Vandelinckx, Laurent Vandelinckx en Pierre de Pré.
Eén vergadering per jaar… soms in het cabaret!
De gemeenteraad vergaderde toen slechts een keer per jaar, 15 dagen lang. Aangezien Schaarbeek toen nog geen gemeentehuis had dat die naam waardig was, is het moeilijk te zeggen waar de gemeenteraad vergaderde.
Het verslag van een zitting op 7 april 1816 vermeldt het cabaret “Le Renard” als vergaderplaats. Het is niet ondenkbaar dat deze praktijk om het nuttige aan het aangename te koppelen verder teruggaat.
Ons archief
Het document waarover het hier gaat, is de benoeming van André Goossens. Dit is het oudste officiële document uit de gemeentearchieven van Schaarbeek.
André Goossens was burgemeester tot 1807. Hij was de eerste in een lange rij burgemeesters.
Hieronder vindt u de transcriptie van het document:
In het jaar acht van de Franse republiek, op dertien thermidor [1 augustus 1800] om vijf uur in de namiddag, begaf ik, Anthoine De Coster, agent van de gemeente Schaarbeek, mij naar de woning van burger André Goossens die me een omzendbrief van de prefect toonde, gedateerd op vier prairial laatstleden [24 mei 1800], waaruit blijkt dat hij werd benoemd tot burgemeester van de voornoemde gemeente Schaarbeek. Op datzelfde moment installeerde en erkende ik hem als dusdanig, waarna hij de eed van trouw aan de Grondwet aflegde, overeenkomstig het artikel van de Raad van negentien floréal laatstleden [9 mei 1800], en hem alle titels, bevoegdheden en documenten overhandigde aangaande het burgemeesterschap van Schaarbeek die aan mij waren toevertrouwd, door het voornoemde kanton Sint-Stevens-Woluwe.
Waarvan wij het onderhavige proces-verbaal hebben opgemaakt, dat ik ondertekende samen met de voornoemde burgemeester, op de bovenvermelde dag, maand en jaar.