Gedenkplaten

Een vergissing, wilt u meer informatie? Neem contact op met archieven@1030.be

Gedenkteken voor de politieagenten die stierven voor hun land (gemeentehuis)

Op 12 mei 1946 hield de gemeente Schaarbeek een officiële begrafenis voor 9 van haar politieagenten die in het verzet waren gesneuveld. Tal van officiële personen, waaronder Brunfaut, de vicevoorzitter van de Kamer, Gillon, de voorzitter van de Senaat, en kolonel Defraiteur, minister van Defensie, woonden de ceremonie bij. De kist van agent Guillaume Hespel en drie grote urnen met de as van Norbert De Keyser, politiecommissaris van Schaarbeek, de heer Dehemmen, commissaris van gerechtelijke afvaardigingen (de enige niet-Schaarbekenaar) en Vladimir Van Damme, speciaal politieagent, kregen samen met portretten van de 9 overleden Schaarbeekse politieagenten een plaatsje op het Colignonplein. Ter gelegenheid hiervan is er op de gevel van het gemeentehuis ook een gedenkplaat aangebracht met de namen van de Schaarbeekse politieagenten die tijdens de twee oorlogen zijn omgekomen.

Eerste Wereldoorlog

  • Virginien Louis Bodart, geboren op 17 augustus 1883 te Willebroek, overleden te Furnes op 31 maart 1918.
    Graf te Steenkerke (militaire begraafplaats) – graf 201.
  • Damien Couwenberg(h), geboren op 26 juli 1890 in Roeselare. 2e regiment karabiniers, overleden te Roeselare op 14 oktober 1918
    Graf op de begraafplaats van Schaarbeek – ereveld graf 18-5-8
  • H. Declercq,
  • J. Delco,
  • Henri Lenaer, geboren te Gent op 5 oktober 1892, politieagent, sergeant-majoor in het 2e regiment karabiniers, overleden in het ziekenhuis van Eu (Frankrijk) op 8 oktober 1918.
  • Jean Jacques Michiels, geboren te Borgerhout op 9 mei 1889, onderofficier bij de 5e compagnie grenadiers, overleden te Sint-Joris op 12 maart 1918.

Tweede Wereldoorlog

  • Norbert De Keyser: hoofdcommissaris van politie, onthoofd in Brandenburg op 3 april 1944.
  • Hubert De Munter: speciaal politieagent, onthoofd in Berlijn op 6 augustus 1943.
  • Fernand Flaam; speciaal politieagent, overleden in het kamp van Blumenthal op 1 maart 1945.
  • Guillaume Hespel: speciaal politieagent, slachtoffer van het bombardement op Arras op 20 mei 1940.
  • Valère Stiers: politieagent, overleden in het kamp van Mauthausen op 5 oktober 1944.
  • Vladimir Van Damme: speciaal politieagent, onthoofd in Brandenburg op 3 april 1944.
  • Julien Willemyns: politieagent, overleden in het kamp van Neuengamme op 5 maart 1945.
  • C. Wathée

Gedenkteken voor gemeenteambtenaren die in 40-45 voor hun land stierven (gemeentehuis)

Tijdens de Eerste Wereldoorlog stierf geen enkele gemeenteambtenaar van het hoofdbestuur van Schaarbeek voor het vaderland. Helaas was dit niet het geval tijdens de tweede oorlog. In 1948 werd er op de gevel van het gemeentehuis een gedenkteken onthuld.

Namen:

  • Jean Colebrants: geboren te Schaarbeek op 7 februari 1905, grafdelver op de begrafenisdienst, gesneuveld in actie te Gruitrode op 14 november 1939.
  • Paul De Coninck: geboren te Schaarbeek op 16 november 1914, directiebediende in de boekhoudafdeling, gearresteerd door de Duitsers in augustus 1942 en als vermist opgegeven.
  • Dominique Willeput: geboren te Brussel op 29 oktober 1894, arbeider, gearresteerd door de Duitsers op 22 juli 1941 en overleden in het kamp van Neuengamme in Duitsland op 22 december 1941.
  • Charles D'Hollander: geboren te Deurne op 11 september 1910, elektricienshulp, gearresteerd door de Duitsers op 4 juli 1944 en als vermist opgegeven.
  • Benoît Lely, geboren te Mazenzele op 3 december 1886, arbeider bij openbare werken, slachtoffer van het bombardement op 2 december 1944.
  • Jean Scherer, geboren te Spa op 28 september 1901, werkopzichter, voegde zich op 10 mei 1940 bij het Belgische leger. Op 8 mei 1942 werd hij gearresteerd en naar Duitsland gedeporteerd, waar hij op 18 februari 1943 in de gevangenis van Rheinbach stierf.
  • Louis Van den Abeele, geboren te Laken op 1 maart 1903, arbeider bij de dienst Openbare Werken, werd op 24 juni 1943 naar Duitsland gedeporteerd voor dwangarbeid en is daar op 11 april 1945 overleden.
  • François Louis Paul Vandenbosch, geboren te Brussel op 19 januari 1900, kantoorchef, overleden in gevangenschap in Flossenburg op 4 maart 1945.
  • Pierre Verheyden, geboren te Brusseghem op 24 november 1904, tuinman bij de groendienst, gesneuveld in actie op 26 mei 1940 te Lauwe (Oost-Vlaanderen).

Een laatste naam, deze van Robert De Wael, geboren te Anderlecht op 5 april 1909 en overleden in gevangenschap in mei 1944, werd enige tijd nadat hij op de gedenkplaat was aangebracht, gewist. Er werd namelijk aangetoond dat hij na zijn arrestatie door de Duitsers op 23 september 1941 een aantal leden van het verzet heeft aangegeven.

Maarschalk Foch (Maarschalk Fochlaan)

In 1929 diende het Wijkcomité Maarschalk Foch een voorstel in bij het college van schepenen van Schaarbeek om een gedenkplaat ter nagedachtenis van Maarschalk Foch op te richten. Deze gedenkplaat van de hand van de beeldhouwer Sylvain Norga werd aangebracht op het gebouw aan het Verboeckhovenplein 1, op de hoek met de Maarschalk Fochlaan. De plaat is een eerbetoon aan de Franse soldaat Ferdinand Foch (1851-1929), die in 1918 opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten aan het Westelijk Front werd.

Victor Michiels (Voltairelaan)

Victor Michiels was lid van het verzetsnetwerk ‘Comète’ dat de Schaarbeekse Andrée De Jongh had opgericht. De Comète-lijn (aanvankelijk de ‘Dédée-lijn’ of ‘Dédée-line’ genoemd) werd door dubbelagenten geïnfiltreerd en er werden tal van arrestaties verricht. Twee valse piloten wisten het netwerk op te sporen en zetten een val op voor de familie Maréchal, leden van het netwerk. Op 18 november 1942 worden ze in hun huis aan de Voltairelaan in Schaarbeek gearresteerd. De volgende dag komt Victor Michiels polshoogte nemen bij de familie Maréchal, waar de Gestapo hem opwacht. Hij probeert te ontsnappen, maar wordt op straat neergeschoten. Mevrouw Maréchal en haar dochter Elsie worden gedeporteerd, maar overleven de vernietigingskampen. Deze gedenkplaat die in 1948 op initiatief van voormalige leden van het Comète-netwerk werd aangebracht, herinnert voorbijgangers aan de plaats waar Michiels op 26-jarige leeftijd stierf.

 

Philippe Baucq (Roodebeeklaan 49)

Philippe Baucq wordt in 1880 te Brussel geboren. Hij studeert architectuur aan de Academie voor Schone Kunsten in Brussel. Daarna vervolgt hij zijn opleiding aan het Solvay Instituut in Londen. Aan het begin van zijn carrière bouwt hij enkele herenhuizen in Brussel, waaronder het huis aan de Lambermontlaan 100. Tijdens de oorlog neemt hij deel aan de clandestiene verspreiding van de krant La Libre Belgique. Hij is eveneens betrokken bij het ontsnappingsnetwerk van Edith Cavell. Op 31 juli 1915 wordt Philippe Baucq bij hem thuis gearresteerd in gezelschap van Louise Thuiliez, een ander lid van het netwerk. De reden voor hun arrestatie is niet het feit dat ze lid waren van het netwerk, maar dat ze in het bezit zijn van verboden kranten. Hij wordt echter al snel in verband gebracht met het netwerk van Cavell na de ontmanteling ervan en de arrestatie van de verpleegster op 5 augustus 1915. Na het proces van het netwerk worden Baucq en Cavell op 12 oktober 1915 op de Nationale Schietbaan geëxecuteerd. Louise Thuiliez en andere leden van het netwerk worden tot dwangarbeid veroordeeld. Deze gedenkplaat werd op zijn eigen huis aangebracht.

 

 

Werkweigeraars (station van Schaarbeek)

Op 6 maart 1942 vaardigen de Duitsers een decreet uit dat werken verplicht stelt. Werklozen, waaronder vrouwen, worden opgeëist en per trein naar Duitsland gedeporteerd. Sommigen proberen ten koste van hun leven aan hun lot te ontsnappen door uit de treinen te ontsnappen: zij worden werkweigeraars genoemd. Op 6 oktober 1957 laat het Nationaal Verbond der Weggevoerden en Werkweigeraars op de voorgevel van het station deze gedenkplaat aanbrengen ter nagedachtenis aan de duizenden gedeporteerde arbeiders die vanaf dit station door de bezetter naar Duitsland werden gestuurd en als eerbetoon aan de patriotten die hier erin slaagden om honderden werkweigeraars uit hun ballingschap te redden.

Gedenkplaat voor de familie De Jongh (Emile Verhaerenlaan 73)

Andrée De Jongh. Andrée De Jongh wordt in 1916 geboren en studeert decoratieve kunsten. Tegelijkertijd volgt ze cursussen bij het Rode Kruis. Als de oorlog uitbreekt, werkt ze als verpleegster in Brussel. Ze sluit zich al snel aan bij het verzet en richt samen met Arnold Deppé het netwerk Comète op. Met de hulp van de Britse geheime diensten begeleiden ze ontsnapte geallieerden en verzetsstrijders naar Spanje. Ze wordt al snel in haar activiteiten bijgestaan door haar vader, Frédéric De Jongh, het hoofd van basisschool nr. 4 in Schaarbeek (Gaucheretstraat). Andrée's moeder Alice, haar tante Ninie en haar zus Suzanne zijn ook actief in het netwerk. Het huis waar de hele familie woont, Emile Verhaerenlaan 73, wordt soms als ontmoetingsplaats voor het netwerk gebruikt. De Comète-lijn (aanvankelijk de ‘Dédée-lijn’ of ‘Dédée-line’ genoemd) werd door dubbelagenten geïnfiltreerd en er werden tal van arrestaties verricht. Op 15 januari 1943 wordt Dédée De Jongh gevangengenomen als ze geallieerde piloten in de Pyreneeën over de grens probeert te helpen. Tijdens haar ondervraging in Fresnes door de Gestapo bekent ze dat ze de aanstichtster van de Comète-lijn is, maar (gelukkig) gelooft niemand haar. Daarna wordt ze naar Duitsland gedeporteerd. Op 22 april 1945 wordt ze door het Rode Kruis uit het kamp van Mauthausen bevrijd. Suzanne De Jongh wordt op 2 juli 1942 gearresteerd en naar de kampen van Ravensbrück en vervolgens Mauthausen gedeporteerd. Samen met haar zus keert ze vrij terug. Alice De Jongh wordt op 23 februari 1943 gearresteerd en in de gevangenissen van Sint-Gillis en Vorst opgesloten. Op 8 november 1943 wordt ze bevrijd. Frédéric De Jongh heeft minder geluk. Ook hij wordt verklikt. Op 7 juni 1943 wordt hij door de Gestapo gearresteerd en op 28 maart 1944 in Mont-Valérien (Suresne, Frankrijk) doodgeschoten. Op 18 oktober 2008 werd deze gedenkplaat op de gevel van het huis van de familie De Jongh onthuld. Op de plaat zien we de tekening die Andrée De Jongh zelf maakte als logo voor het Comète-netwerk.

 

 

Gedenkplaat voor generaal Eisenhower (Eisenhowerlaan 1)

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is generaal Dwight Eisenhower (1890-1969) opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten en leidt hij de landingen op de stranden van Normandië op 6 juni 1944. Later wordt hij de 34e president van de Verenigde Staten (1953-1961). Op 6 september 1945 wordt de generaal met groot vertoon in Brussel gevierd. Tijdens deze feestdag houdt hij halt in Schaarbeek waar hij het ereburgerschap ontvangt en de inhuldiging van de laan die naar hem is vernoemd en deze gedenkplaat bijwoont.

Gedenkplaat Libre Belgique-Légion Blanche (Thomas Vinçottestraat 82)

In 1948 vraagt de verzets-, actie- en clandestiene persgroep Les Insoumis de gemeente toestemming om een gedenkplaat aan te brengen op het gebouw waar tijdens de Tweede Wereldoorlog de clandestiene krant La Libre Belgique-Légion Blanche – opgericht door Jean Mistler, lid van de verzetsgroep Tégal – werd gedrukt. Deze krant werd van augustus 1940 tot de arrestatie van Mistler in maart 1941 gedrukt.

 

Een vergissing, wilt u meer informatie? Neem contact op met archieven@1030.be