Kasteel 'Borcht"

Op het kruispunt van de huidige Louis Bertrandlaan en de Kesselsstraat stond ooit kasteel "de Borcht", een burcht omgeven door water.

Een burcht

Het bestaan van kasteel "de Borcht" wordt vanaf de 14de eeuw in cijnzenboeken vermeld, maar de burcht was ongetwijfeld veel ouder. Het is niet bekend wie de opdracht gaf voor de bouw van het kasteel. Bepaalde bronnen hebben het over een Brusselse kastelein die landerijen in Schaarbeek bezat, andere verwijzen naar een eventuele plaatselijke heer.

In de 14de eeuw is het kasteel eigendom van een zekere Henri l’Orfèvre en zijn dochter Béatrix.

In 1347 wordt het aan Gisbert de Monte verkocht om de schulden van Waleram, zoon van Guillaume de Monte, af te betalen.

In de 15de eeuw wordt de naam "Borcht" wellicht vervangen door "Nieuwen huys", wat erop zou wijzen dat het kasteel verbouwd wordt om meer aan de normen van een lusthuis te voldoen. De familie Van Waelhem bewoont het domein tot het einde van de 17de eeuw.

Op een plan van 1648 is een halfgotisch, halfrenaissancistisch gebouw te zien, nog steeds omgeven door slotgrachten.

In 1808 is het "Nieuwen huys" eigendom van Zénon Charliers d'Odomont (burgemeester van Schaarbeek van 1836 tot 1844). Hij laat het landhuis slopen en de grachten vullen om er een huis in postklassieke stijl neer te zetten en een romantische tuin aan te leggen, in de geest van die tijd. Hij blijft er wonen tot zijn dood in 1844.

In 1863 wordt de Maalbeek overwelfd. De toenmalige eigenaar, Alexandre Joseph Watteau, maakt van de gelegenheid gebruik om de tuinen van het landgoed uit te breiden.

Begin de 20ste eeuw wordt het domein onteigend en ruimt het definitief plaats voor grote bouwwerken en de heraanleg van de Teniers-Josaphatwijk.