Kasteel Monplaisir

Het domein van het kasteel Monplaisir, opgetrokken eind 17de eeuw, strekte zich vroeger uit van de rotonde van de Huart Hamoirlaan tot aan het station van Schaarbeek.

 

Pierre-Ferdinand Roose, baron van Bouchout, laat rond 1690 een kasteel bouwen ter hoogte van de huidige rotonde in de Huart Hamoirlaan. Het domein, dat ook een bijzonder grote vijver omvat, strekt zich uit tot aan de oevers van de Zenne (waar nu het station van Schaarbeek staat).

Bij zijn dood gaat het kasteel naar de Schleswig-Holsteins van de koninklijke familie van Denemarken, tot Lambert Renette, bankier van de Oostendse Compagnie, het kasteel in 1722 koopt.

Hij laat het hoofdgebouw opknappen en voegt enkele bijgebouwen toe.

Na zijn overlijden dragen zijn erfgenamen het kasteel over aan Jérôme de Tassillon, groot-warandmeester van Brabant. Hij verhuurt het aan prins Karel van Lotharingen die het kasteel van 1752 tot 1780 als buitenverblijf gebruikt. Sommige bronnen schrijven de benaming Monplaisir toe aan Karel van Lotharingen, die er vele feesten en jachtpartijen organiseerde. De vlakte wordt ook het toneel voor de eerste paardenrennen in het Brusselse Gewest, die de prins vanuit het raam van zijn kasteel kan volgen.

In 1784 wordt het domein van Monplaisir eigendom van Jean-Sébastien Vaume die er van 1786 tot 1790 de Manufacture Impériale et Royale Monplaisir in onderbrengt, de eerste porseleinfabriek van het Europese vasteland (het kortstondige bestaan van de fabriek verklaart wellicht waarom het Monplaisir-porselein zo zeldzaam en duur is).

Vanaf het einde van de 18de eeuw en in de 19de eeuw volgen verschillende eigenaars elkaar op.

In 1888 krijgt een mechanische wasserij, de eerste van het land, onderdak in de houten bijgebouwtjes achteraan op het domein. Kort daarna, in 1890, neemt de naamloze vennootschap Blanchisserie modèle de Monplaisir het kasteel en alle bijgebouwen in.

Het begin van de 20ste eeuw betekent echter het einde van het kasteel. In 1907 worden de gebouwen gesloopt om plaats te maken voor de heraanleg van de wijk en de bouw van het station van Schaarbeek. De grote vijver werd drooggelegd en opgevuld en dient nu als eindhalte voor bepaalde tramlijnen, vlak voor het station.