Een archief onder de loep : De kunst en de oorlog van 14-18 in Schaarbeek - De decoraties van de openbare gebouwen
Honderd jaar later laat de Grote Oorlog nog steeds een onuitwisbare herinnering na. De oorlog werd immers vereeuwigd door kunstenaars die hun talenten ten dienste hebben gesteld van de herinnering aan en de verheerlijking van de helden.
Sommige kunstenaars, die het conflict zelf van dichtbij meemaakten, brengen met hun potloodlijnen en penseelstroken vaak harde getuigenissen. Na afloop van het conflict waren de kunstwerken die ontstonden eerder een eerbetoon, maar ook een bevestiging van de waarden vrede en respect, die gedurende vier lange jaren vergeten waren.
Laten we eens even kijken naar de openbare gebouwen die versierd werden ter nagedachtenis van de oorlogshelden…
Het gymnasium van de scholengroep van Roodebeek
De scholengroep in de Roodebeeklaan werd gebouwd op basis van de plannen van architect Henri Jacobs.
Het gebouw in art-nouveaustijl werd oorspronkelijk ontworpen voor: een basisschool voor meisjes (school 11), een basisschool voor jongens (school 13) en een kleuterschool. Het was ook de bedoeling om een groot gymnasium te bouwen.
De eerste bouwfase ging van start in 1908 en school 13 werd ingehuldigd in 1913. De oorlog vertraagde de werken aan school 11 en het gymnasium heel sterk. De werkzaamheden werden pas echt opnieuw hervat na afloop van het conflict.
Henri Jacobs en de sgraffito-schilder Privat-Livemont besloten hulde te brengen aan de helden van de oorlog in de decoratie van het gymnasium. Zo zien we langs een kant een paneel met de medaillons van de gefusilleerde verzetsstrijders Philippe Baucq en Gabrielle Petit, vergezeld van de zin L’amour de la patrie va jusqu’au sacrifice. Langs de andere kant worden de medaillons van koning Albert I en koningin Elisabeth afgebeeld, vergezeld van het devies À cœur vaillant rien d’impossible. Beide panelen omvatten ook de nationale leuze L’union fait la force.
Het gemeentehuis
Net zoals de scholengroep van Roodebeek bevond het gemeentehuis, dat in 1911 vernietigd werd door een brand, zich in volle heropbouw toen het conflict losbarstte. Zo goed en zo kwaad als kon werden de werken tijdens de bezetting verdergezet. Het College moedigde zelfs bewust de verderzetting van de werken aan, om zo veel mogelijk te verhinderen dat de Duitsers arbeiders voor zichzelf zouden opeisen.
De wandtapijten van de Trouwzaal en de Raadszaal
Voor de brandstichting van 1911 beschikte de grote trouwzaal over vier grote wandtapijten met een bloemen- en fruitcompositie en over twee kleinere panelen die allegorieën van de kunst en de industrie omvatten.
Na de oorlog werden de vier grote panelen identiek opnieuw gemaakt. Voor de twee kleinere panelen koos architect Maurice Van Ysendyck een thema dat symbool stond voor de voorbije gebeurtenissen met de beeltenis van de god Mars (Oorlog) en de godin Ceres (Vrede).
De Collegezaal (niet-verwezenlijkte projecten)
In de Collegezaal zien we een schoorsteen waarboven voor de brand van 1911 een triptiek hing van de hand van schilder Alexandre Markelbach met een afbeelding van Jules-Jacques Van Ysendyck die de plannen van het gemeentehuis toonde aan het College.
In 1928 werden verschillende projecten voorgesteld om dit in rook opgegane werk te vervangen. Bij die projecten waren ook projecten van kunstenaar Constant Montald. Een van zijn projecten plaatste koning Albert I en koningin Elisabeth op de voorgrond in de rollen die ze speelden tijdens de oorlog (soldaat en verpleegster). Een ander project (dat zich vandaag bevindt in het In Flanders Fields Museum van Ieper) werd ingediend door Maurice Langaskens. Het toont een allegorie van de gemeente Schaarbeek waar een soldaat een lauwerkrans opgezet krijgt. Zelfs tien jaar na het einde van het conflict zit het nog steeds in de harten van de kunstenaars.
Geen van deze projecten werd echter weerhouden. Tot op heden wacht de schoorsteen van de Collegezaal nog altijd op haar decoratie.
De panelen van Adolphe Crespin voor de eretrap (verdwenen)
In 1918 werd Adolphe Crespin gevraagd om zes decoratieve panelen op doek te maken voor de eretrap. Daarop beeldde hij de wapenschilden van de geallieerden uit de Eerste Wereldoorlog af: België, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië en Japan.
Deze panelen werden nadien weggehaald, waarschijnlijk op vraag van het gemeentebestuur in de jaren 30 (aangezien Italië en Japan toenadering zochten tot nazi-Duitsland).
Herdenkingsplaten in de gemeentescholen
In 1920 besluit het College van Schaarbeek om hulde te brengen aan de voormalige leerlingen van de gemeentescholen die sneuvelden voor het vaderland.
Er worden zes platen gemaakt met de namen van alle leerlingen en deze worden opgehangen in de jongensscholen: school 1 (Josaphatstraat), school 4 (Vooruitgangsstraat), school 5 (Helmetsesteenweg), school 9 (Daillylaan), school 12 (Quinauxstraat) en de industriële school (Bijenkorfstraat).
Wilt u meer weten? Contacteer de dienst Gemeentearchieven (archieven@shaarbeek.be) of de dienst voor Cultuur/het Huis der Kunsten (culture@schaerbeek.be). Raadpleeg ook de online inventaris van het architecturale erfgoed (www.irismonument.be).
© Alle rechten voorbehouden