Een archief onder de loep
In 1848 wordt in Schaarbeek een burgerwacht opgericht. Zij heeft met name haar waarde en moed bewezen bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
Wat is de burgerwacht?
De burgerwacht is een militie die in oktober 1830 wordt opgericht in het jonge, onafhankelijke België. Ze wordt opgericht door de vereniging van de “burgerlijke wachten” die zich op 26 augustus 1830 hadden gevormd op de dag na de rellen die plaatsvonden na de opera-opvoering De Stomme van Portici in de Koninklijke Muntschouwburg.
Elke belangrijke gemeente of stad krijgt dan een burgerwacht met vermogende burgers van 21 tot 50 jaar oud, meestal alleenstaande mannen of weduwnaars. Zij heeft als opdracht “de naleving van de wetten te handhaven, de openbare orde en vrede te bewaren of te herstellen, het nationale leger bij te staan bij zijn binnenlandse operaties, de Onafhankelijkheid van België en de integriteit van zijn grondgebied te verzekeren” (wet van 26 oktober 1830).
Uniform en opleiding
Het uniform van de burgerwacht is in de loop van de negentiende eeuw meermaals veranderd. Men herkent de officieren echter aan hun hoge hoed met vederbos of hun zwart-geel-rode steek. De leden van de burgerwacht zijn nooit goed opgeleid om te vechten en houden alleen op zondagen schietoefeningen. Tijdens de lange decennia van stabiliteit in het land krijgen ze vooral de opdracht om stakingsacties of -bewegingen te begeleiden.
De burgerwacht van Schaarbeek in 1914
Bij het uitbreken van de vijandelijkheden in 1914 telt Schaarbeek 1.500 mannen onder haar burgerwacht. Ze maakt dan deel uit van een "groep" die ook bestaat uit de regimenten van Sint-Joost, Laken en Jette. De volledige getalsterkte van 2.500 man staat onder leiding van Odilon Wouters.
De verdediging van Brussel
Op 19 augustus 1914 zijn de Duitsers in Leuven en bereiden ze hun opmars naar Brussel voor. Op verschillende wegen werpen bataljons van de burgerwacht barricades op, met name op de Haachtsesteenweg, in de omgeving van het station van Schaarbeek, op de Lambermontlaan en op de Leuvensesteenweg. De barricades zijn vrij zwak, samengesteld uit zakken aarde en elk voorwerp dat men heeft kunnen vinden. Geconfronteerd met de opmars van de Duitsers en het vooruitzicht van een bloedbad, beveelt de burgemeester van Brussel, Adolphe Max, de compagnieën van de burgerwacht om onmiddellijk de wapens neer te leggen en de vijand door te laten tot op de plaats van afspraak die de Brusselse overheid heeft bepaald voor de Duitse strijdkrachten. Het vervolg is bekend, na de ontmoeting van Max met de Duitsers voor de kazerne van de Karabiniers op het Daillyplein, zal Brussel vier lange jaren bezet blijven.
Propaganda
Deze episode dient helaas als voeding voor de Duitse oorlogspropaganda. Zo schrijft de Volkszeitung, een krant uit Keulen, dat het Duitse leger te kampen had met langdurig verzet van het Belgische leger en de Belgische bevolking om Brussel in te nemen. Dit heeft met name de legende van de “sluipschutters” gevoed, die in de jaren dat het conflict heeft geduurd heeft bijgedragen tot zoveel wandaden van de bezetter.
Heldendaden
Na deze eerste gemiste kans kunnen de mannen van de burgerwacht van Schaarbeek toch hun moed tonen. Onmiddellijk na de intrede van de Duitsers in Brussel wordt de burgerwacht van Schaarbeek eropuit gestuurd om de verdediging van de Schoonaardebrug over de Schelde te ondersteunen. In september vinden gewelddadige gevechten plaats en vallen er veel slachtoffers onder de wacht, maar de bataljons houden stand. Het is via deze brug dat het Belgische leger zich terugtrekt uit Antwerpen. De brug valt op 7 oktober ten gevolge van de geleidelijke terugtrekking van de troepen en de wacht naar Brugge en Oostende. Op 13 oktober worden alle burgerwachten gedemobiliseerd.
De burgerwacht in België wordt volledig afgeschaft in 1920.
Wilt u meer weten? Contacteer de dienst Gemeentearchieven (archieven@shaarbeek.be)
© Alle rechten voorbehouden