Fernand Blum

Fernand Blum werd op 9 november 1885 in Brussel geboren. Hij studeerde Politieke en Administratieve Wetenschappen aan de Université Libre de Bruxelles en raakte al op jonge leeftijd betrokken bij het liberale politieke leven in Brussel. In 1903 werd hij eerst lid van de Progressieve Jonge Wacht van het arrondissement Brussel, en een jaar later van de Liberale Jonge Wacht van Schaarbeek. In 1905 richtte hij het Verbond van de Liberale Jonge Wachten van het arrondissement Brussel op.


Martin Bolle, Portret van Fernand Blum, olieverf op doek, 1964, Kunstcollectie van Schaarbeek (inv. 479).

In Schaarbeek leidde hij de toneelgroep van La Jeune Garde en leverde hij bijdragen aan de plaatselijke krant Le Progrès. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, was hij algemeen secretaris van het Landelijk Verbond van de Liberale Jonge Wachten. Hij werd door de Duitsers als politieke gevangene opgepakt en tot meer dan twee jaar dwangarbeid veroordeeld.

Na de oorlog hervatte hij zijn politieke activiteiten en leidde hij de liberale afdeling van Schaarbeek in de verkiezingscampagne van 1921. Hij werd verkozen als gemeenteraadslid en benoemd als schepen van de Burgerlijke Stand en Juridische Zaken. In 1923 werd hij benoemd tot schepen van Openbaar Onderwijs en Schone Kunsten, een functie die hij bekleedde tot 1938.


Fernand Blum op het schoolfeest op het speel- en sportterrein, foto, jaren 1930, Gemeentearchief van Schaarbeek.


Fernand Blum wordt onderscheiden als Ridder in de Leopoldsorde door burgemeester Meiser, 1936, foto, Gemeentearchief van Schaarbeek.

In 1939 volgde hij generaal Jean-Baptiste Meiser op als burgemeester en werd hij ook verkozen in de Kamer van volksvertegenwoordigers. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog nam hij ontslag als burgemeester, uit angst dat hij opnieuw gevangen zou worden genomen door de bezetter. Hij stelde zich zo discreet mogelijk op. Zijn ontslag viel niet in goede aarde bij de mensen van Schaarbeek, die er een vorm van verraad in zagen, maar achteraf gezien was het begrijpelijk, gelet op wat hij tijdens de Eerste Wereldoorlog had meegemaakt.


Installatie van Fernand Blum als burgemeester [in het midden; links: voormalig burgemeester Meiser], 1939, foto, Gemeentearchief van Schaarbeek.


Fernand Blum ontvangt het zwaard van de burgemeester, 1939, foto, Gemeentearchief van Schaarbeek.


Fernand Blum in burgemeestersuniform, 1940, Iconografisch fonds, Gemeentearchief van Schaarbeek.

Fernand Blum keerde pas in oktober 1944 terug in de Schaarbeekse gemeenteraad als schepen van Openbaar Onderwijs. In 1947 werd hij herkozen en opnieuw geïnstalleerd als burgemeester, en twee jaar later werd hij lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers, twee functies die hij met glans en toewijding bekleedde.  Hij was met name medeauteur van wetten over het taalgebruik in bestuurszaken, over de vrije keuze tussen godsdienstonderwijs en zedenleer, en over de berekening van het aantal jaren krijgsgevangenschap voor krijgsgevangenen.


Receptie in het gemeentehuis ter gelegenheid van de benoeming van Fernand Blum tot burgemeester (midden), maart 1947, foto, Gemeentearchief van Schaarbeek.

In 1951 werd een ceremonie georganiseerd ter gelegenheid van de 30e verjaardag van de gemeentelijke mandaten van Fernand Blum en Albert Le Roux (schepen). Tijdens de ceremonie kreeg de burgemeester te horen dat het gemeentelijk atheneum aan de Renanlaan voortaan het “Atheneum Fernand Blum” zou heten, als eerbetoon aan het werk dat hij gedurende 20 jaar had verricht ten dienste van het gemeenteonderwijs. In zijn toespraak had Albert De Baerdemacker, namens de liberale fractie, het volgende te zeggen over Blum:

In dit politieke centrum van de stad regeert u met een wijsheid die soms ironisch, soms ernstig en krachtig is. Uw filosofische ingesteldheid komt tot uiting in uw werk, dat kan worden samengevat in het woord “menselijkheid”. U bent oprecht geïnteresseerd in alles wat moreel en sociaal is. Uw toewijding aan nobele doelen is welbekend. Het enige wat voor u telt is de strijd voor de menselijkheid, die Voltaire het “eerste kenmerk van een denkend wezen” noemde.

Folder ter gelegenheid van de 30e verjaardag van de gemeentelijke mandaten van burgemeester Fernand Blum en schepen Albert Le Roux, 1951, Gemeentearchief van Schaarbeek.

In 1952 werd een bronzen buste van Fernand Blum gemaakt door beeldhouwer Eugène Canneel. Het college besloot ook de opdracht te geven voor een marmeren versie. De marmeren versie kreeg ondertussen een plaats in de burgemeestersgalerij in de hal op de eerste verdieping van het gemeentehuis, terwijl de bronzen versie ondergebracht is in het gemeentelijk atheneum, dat de naam van de burgemeester draagt.


Eugène Canneel, Buste van burgemeester Fernand Blum, marmer, 1952, Kunstcollectie van Schaarbeek (inv. 387).


Eugène Canneel, Buste van burgemeester Fernand Blum, brons, 1952, Kunstcollectie van Schaarbeek (inv. 43).

In 1958 besloot Blum zich niet verkiesbaar te stellen voor de parlementsverkiezingen, maar hij werd herbenoemd als burgemeester, een functie die hij bekleedde tot zijn dood op 13 april 1963. Er werd een plechtige begrafenis georganiseerd. De rouwstoet trok van het gemeentehuis naar de gemeentelijke begraafplaats, die nog steeds in Terdelt ligt. Onderweg stopte de optocht voor het huis van Fernand Blum, aan de Renanlaan nr. 52, niet ver van het atheneum dat zijn naam draagt. Deze plechtige momenten werden in een film vastgelegd.


Speciale uitgave van het gemeenteblad voor de begrafenis van burgemeester Fernand Blum, 19 april 1963, Secretariaatfonds, Gemeentearchief van Schaarbeek.


De kist van Fernand Blum bij het verlaten van het gemeentehuis, foto, 19 april 1963, Gemeentearchief van Schaarbeek.