Guillaume Kennis

Guillaume Marie Kennis werd op 26 september 1839 geboren in Leuven. Hij kwam uit een familie van muzikanten die al sinds de 18e eeuw actief was in de stad. Kennis ging op 18-jarige leeftijd naar de Militaire School en werd benoemd tot tweede luitenant bij het geniekorps. Na zijn ontslag uit het leger volgde hij een opleiding filosofie, letteren, politieke en bestuurswetenschappen aan de Universiteit van Leuven, naast studies aan de Mijnbouwschool in Luik. Als gediplomeerd burgerlijk ingenieur voerde hij diverse openbare werken uit.  Hij verhuisde rond 1866 naar Schaarbeek en vestigde zich in de Beughemstraat nr. 8. Hij verbleef daarna echter langere tijd in de Vifquinstraat nr. 43 en de Robianostraat nr. 12.


J. Tossyn, Guillaume Kennis, 1879, olieverf op doek, Kunstcollectie van Schaarbeek (inv. 95).

Guillaume Kennis verscheen op het Schaarbeekse politieke toneel bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1869. In die tijd was hij kandidaat op de liberale lijst “Réunion électorale”, geleid door Eugène Dailly, de uittredende burgemeester, die na de verkiezingen herbenoemd werd. Toen Dailly in 1873 stierf, stonden er twee liberale strekkingen tegenover elkaar: de ene progressief, onder leiding van Henri Bergé, de andere meer conservatief, onder leiding van Guillaume Kennis. Die richtte zijn eigen liberale groep op, de “Union libérale”, om zich te distantiëren van Bergés “Association libérale”. Met de steun van de katholieken werd Kennis tot burgemeester benoemd door de minister van Binnenlandse Zaken, Charles Delcour, ten nadele van Ernest Laude, die werd gesteund door het andere liberale kamp. De verkiezingen van 1875 bevestigden Kennis als burgemeester, tot groot ongenoegen van de Bergé-groep, die ook de verkiezingen had gewonnen.


Guillaume Kennis in zijn kantoor thuis, postkaart, Gemeentearchief van Schaarbeek.

De verkiezingen van 1878 werden opnieuw door de Kennis-groep gewonnen, maar nadat er onregelmatigheden bij de stembureaus waren aangetoond, moest alles worden overgedaan en ging de overwinning naar de Bergé-groep, die Achille Colignon als burgemeester liet benoemen. Kennis werd voor deze onregelmatigheden vervolgd voor de correctionele rechtbank maar vrijgesproken.


Guillaume Kennis op de fiets, postkaart, Gemeentearchief van Schaarbeek.


Guillaume Kennis in burgemeestersuniform, postkaart, Gemeentearchief van Schaarbeek.

Kennis trok zich toen tijdelijk terug uit het politieke leven om enkele grote projecten in België en Algerije op te volgen. In 1886 werd hij opgeroepen om te getuigen in de zaak Vandersmissen. Een paar jaar eerder had Kennis aan parlementslid Gustave Vandersmissen, een vriend van hem, de revolver gegeven die hij zou gebruiken om zijn ex-vrouw, de zangeres Alice Renaud, om te brengen.


Guillaume Kennis in Algerije, postkaart, Gemeentearchief van Schaarbeek.

Bij de verkiezingen van 1895 keerde Kennis terug naar de Schaarbeekse politiek. Hij was ondertussen duidelijk overgestapt naar het katholieke kamp. Die haalden de meeste stemmen, maar de liberalen en socialisten sloegen de handen in elkaar om een meerderheid te vormen binnen de gemeenteraad. Desondanks besloot de minister van Binnenlandse Zaken, Joseph Devolder, de burgemeesterspost aan Kennis toe te wijzen. De verslagen van de gemeenteraden getuigen van felle discussies tussen meerderheid en oppositie, met in het midden een burgemeester die het beste voorhad met de gemeente, maar door iedereen als een verrader werd beschouwd.


Guillaume Kennis in jagersuniform, postkaart, Gemeentearchief van Schaarbeek.

Het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw waren synoniem met grote stedenbouwkundige veranderingen in de verschillende buitenwijken van Brussel. Dankzij zijn ingenieursopleiding was Kennis zich terdege bewust van het belang van grote openbare werken om het stadslandschap te moderniseren. Zo stond hij achter de werken om de Koninklijke Sinte-Mariastraat door te trekken en zorgde hij voor de ontwikkeling van de spoorwegen en tramlijnen. Hij stimuleerde ook technische innovaties in de auto- en luchtvaartindustrie.


Guillaume Kennis in een auto, postkaart, Gemeentearchief van Schaarbeek.

Tijdens de laatste jaren van Kennis’ mandaat raakten de discussies tijdens de gemeenteraadszittingen vaak zo verhit dat de nationale kranten er spottend naar verwezen als “Schaarbeekse dwaasheden”.  Tijdens de zitting van 19 november 1902 liep het helemaal mis. Gedurende een discussie over de kwestie van de gasdistributie begonnen de raadsleden elkaar honderduit te beledigen. Kennis besloot daarop de zitting te sluiten. Het geschreeuw escaleerde zodanig dat de burgemeester de aanwezige politieagenten beval om de zaal te ontruimen. De raadsleden en het publiek weigerden echter te vertrekken. Er ontstond een oorverdovend kabaal: “Er werd geroepen, geduwd en gescholden,” berichtte de krant Le XXe siècle. Kennis verlaat de zaal en het gemeentehuis onder boegeroep.


Guillaume Kennis te paard, postkaart, Gemeentearchief van Schaarbeek.

De verkiezingen van 1903 werden gewonnen door het liberaal-socialistische kartel en Kennis, die toen op een onafhankelijke lijst stond, werd weer gewoon gemeenteraadslid. Hij stierf aan een beroerte midden in een zitting van de gemeenteraad op 23 december 1908, tijdens een geestdriftige toespraak over het opzetten van een psychiatrische afdeling in het burgerlijk ziekenhuis. Op 26 december werd hij met veel luister begraven. Voor de gelegenheid werd de zaal der verloren schreden op de eerste verdieping van het stadhuis omgebouwd tot een rouwkapel. Kort na zijn dood werd de “Keienberg” omgedoopt tot Guillaume Kennisstraat.

Het idee om Kennis, een controversieel figuur, eer te bewijzen met een borstbeeld viel niet bij iedereen in goede aarde. Toen een gemeenteraadslid in 1909 aan de raad vroeg om te stemmen over een budget voor de oprichting van een monument op het graf van de overleden burgemeester, stemde de meerderheid van de aanwezigen tegen. Als reactie op deze weigering werd er een openbare intekening geopend om een buste te maken die de tombe zou sieren. De beeldhouwer Jean Lecroart, een vriend van Kennis, voerde het werk uit. In 1910 bood hij de gipsen replica aan het gemeentebestuur aan, zodat die bij de andere bustes van de burgemeesters kon worden gevoegd. De gemeenteraad debatteerde opnieuw heftig over de kwestie, maar het voorstel van Lecroart werd uiteindelijk met een krappe meerderheid aangenomen. Helaas zou de buste maar een kort leven beschoren zijn, aangezien ze volledig werd verwoest tijdens de brand in het stadhuis in de nacht van 17 op 18 april 1911. De buste die het graf van de burgemeester op de begraafplaats sierde, verdween ook op een onbekende datum.


De buste van Guillaume Kennis op de begraafplaats van Schaarbeek, s/d, foto, Gemeentearchief van Schaarbeek.


Het graf van Kennis op de begraafplaats van Schaarbeek, 2021, foto, Gemeentearchief van Schaarbeek.