Jean-François Herman

Jean-François Herman werd op 29 januari 1783 in Brussel geboren. Hij was notaris van beroep en werd op 19 februari 1828 benoemd tot gemeenteraadslid. Op 31 augustus 1829 werd hij door het Nederlandse regime benoemd tot burgemeester van Schaarbeek. Toen de Revolutie van 1830 uitbrak, vestigde prins Willem van Oranje zijn hoofdkwartier in Hermans huis in de Koningsstraat. Op 27 september nam de prins in een benarde situatie 22 Schaarbeekse gijzelaars gevangen, ondanks het sterke verzet van de burgemeester. Ze werden met Nederlandse troepen naar Antwerpen gebracht en op 18 oktober bevrijd.

Toen het land onafhankelijk was geworden, werd de gemeenteraad op 22 oktober 1830 via het censuskiesrecht gekozen. Jean-François Herman werd bijna unaniem (met 61 van de 62 uitgebrachte stemmen) herverkozen en herbenoemd tot burgemeester. Tijdens zijn burgemeesterschap werden er nieuwe verbindingswegen naar Schaarbeek aangelegd. In 1833 liet de gemeente samen met ingenieur Jean-Baptiste Vifquain (ook wel Vifquin gespeld), die de verbindingsweg tussen het Paleizenplein in het centrum van Brussel en de gemeente Laken ontwierp, een brug over het kanaal bouwen, de “Censkensbrug”, waar een doorgangsrecht werd geheven. In 1835 werd het eerste treinstation van Brussel ingehuldigd (aan de Groendreef). Deze twee nieuwe verbindingswegen zouden een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de gemeente, in het bijzonder in het lager gelegen deel van Schaarbeek (de zogenaamde “faubourg de Cologne”). Herman bleef burgemeester tot zijn dood op 30 november 1835.


Ange François, Portret van Jean-François Herman, 1833, Kunstcollectie van Schaarbeek (inv. 234).

Overlijdensakte gedateerd op 30 november 1835, Gemeentearchief van Schaarbeek