Kleine anekdotes en straatnamen in de volksmond
U vraagt zich af wat de betekenis is van de naam van uw straat. Deze korte geschiedenis van de straten van Schaarbeek zal u alleszins op de goede weg helpen.
De gemeente Schaarbeek telt tegenwoordig iets meer dan 300 straten. Sommige benamingen illustreren duidelijk de lokale geschiedenis, terwijl andere hulde brengen aan - al dan niet beroemde - personages die in de stad der ezels gewoond hebben of er bekend waren.
Vooral dankzij een zeer bloeiend artistiek en literair verleden heeft de gemeente Schaarbeek hulde gebracht aan de artiesten door ongeveer een derde van haar straten naar hen te noemen (schrijvers, schilders, beeldhouwers, muzikanten).
Kom ze ontdekken, wandel door de kunstenaarswijken rond het Weldoenersplein, de schrijverswijken rond de Huart-Hamoirlaan en de wijk van de Vlaamse kunstenaars uit de XVIIde eeuw rond het gemeentehuis,…
Ook andere persoonlijkheden werden niet vergeten. Of het nu gaat om politici, industriëlen, ingenieurs, advocaten, architecten of artsen,… ze maken allemaal deel uit van de Schaarbeekse geschiedenis.
Kom ten slotte zeker ook eens langs in de bloemenwijk aan beide kanten van het Josaphatpark, en de edelstenenwijk in de buurt van het Plaskyplein.
Geboren in Gent in 1862, overleden in Nice (Frankrijk) in 1949.
Belgisch Franstalig schrijver, dichter en dramaturg. Won in 1911 de Nobelprijs voor letterkunde. Was de eerste Belgische schrijver in de Franse taal die wereldvermaardheid verwierf. Auteur van, onder andere, Pelléas et Mélisande.
Léon Mahillon werd in 1854 geboren in Sint-Jans-Molenbeek, en overleed in 1896 in Brussel. Hij was kapitein aan de Koninklijke Militaire School, waar hij repetitor was voor meetkunde en sterrenkunde. In 1888 nam hij ontslag om directeur-generaal te worden van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas (1890 - 1896). Omdat Mahillon een van de voorvechters van sociale woningen in het Brusselse gewest was, stelde de Schaarbeekse Haard in 1902 voor deze straat naar hem te vernoemen.
Geboren in Ename in 1847, overleden in Schaarbeek in 1915.
Ambtenaar. Gemeenteraadslid in Schaarbeek (1908-1915) en schepen in Schaarbeek (1915).
Geboren in Sint-Joost-ten-Node in 1836, overleden in Schaarbeek in 1901.
Luitenant-generaal in het Belgisch leger in 1897. Nam deel aan de Mexicaanse veldtocht, waar hij een schouderblessure opliep.
Geboren in Antwerpen in 1920, overleden in Schaarbeek in 1993.
Belgisch kunstschilder en Franstalig schrijver, woonde in Schaarbeek.
Als lid van de groep Belgische surrealisten heeft hij veel geschreven over deze kunststroming. Zijn picturaal werk bestaat vooral uit montages en collages, vaak agressief van toon, die verrassen en zelfs choqueren.
Geboren in Antwerpen in 1824, overleden in Schaarbeek in 1906.
Belgisch kunstschilder, gevormd aan de Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen, onder leiding van Gustaaf Wappers. Schilderde voornamelijk historische en religieuze onderwerpen, maar ook genrestukken en portretten. Werd constant begeesterd door het romantische ideaal.
Heeft gedurende meer dan tien jaar, in zijn hoedanigheid van gemeenteraadslid van Schaarbeek, meegewerkt aan de verfraaiing van de gemeente. Woonde in Schaarbeek, Haachtsesteenweg 129, later op 155.
Heette destijds Oostenrijkstraat, maar werd in 1918 hernoemd in Marnestraat, als aandenken aan de roemrijke veldslag aan de Marne in 1914, die Parijs heeft gered van de bezetting.
Deze notaris werd in 1773 geboren in Brussel, en overleed in Sint-Joost-ten-Node in 1830. Hij volgende Goossens op als burgemeester van Schaarbeek in 1807, onder Frans bewind. Hij werd van zijn functies ontheven in 1808. Deze straat heette vroeger de Korte Filomenastraat.
Geboren in Brussel in 1798, overleden in Brussel in 1860.
Strijder uit 1830. Als ingenieur bij het gemeentebestuur van Brussel was hij belast met het toezicht op de voltooiing van het kanaal Brussel-Charleroi. Werd in 1838 de eerste directeur-generaal van de Belgische spoorwegen en in 1850 directeur van de posterijen.
Geboren in Schaarbeek in 1868, overleden in Sint-Joost-ten-Node in 1930.
Gemeenteraadslid in Schaarbeek (1902-1919) en schepen in Schaarbeek (1903-1919).
Was ook permanent afgevaardigde van Brabant (1919-1930). Richtte het Lyceum Émile Max op, het eerste gemeentelijke lyceum voor meisjes van het platteland.
Geboren in Schaarbeek in 1813, overleden in Schaarbeek in 1902.
Landbouwer. Was gemeenteraadslid in Schaarbeek (1861-1875) en schepen in Schaarbeek (1861-1863). Was eveneens kapitein van de 6de compagnie van de burgerwacht van Schaarbeek.
Geboren in Sint-Joost-ten-Node in 1857, overleden in Schaarbeek in 1940.
Generaal-majoor in het Belgisch leger in 1914. Militair gouverneur van Brabant in 1918.
Gemeenteraadslid in Schaarbeek (1921-1939), schepen in Schaarbeek in 1927, daarna burgemeester van Schaarbeek (1927-1938).
Geboren in Schaarbeek in 1872, overleden in Schaarbeek in 1924.
Belgisch kunstschilder, gevormd aan de Academie voor Schone Kunsten van Brussel. Schilderde vooral landschappen en stadsgezichten. Zijn aanvankelijk eerder donkere palet werd, na enkele verblijven in Frankrijk, geleidelijk helderder. Spontaan en helder realisme, uitgevoerd met krachtige penseeltrekken. Mede-oprichter van de kring Le Labeur.
Woonde in Schaarbeek, in de Wijnheuvelenstraat 279, later aan de Albert Giraudlaan 20.
Geboren in Leuven in 1466, overleden in Antwerpen in 1530.
Belgisch kunstenaar en schilder.
Geboren in Luik in 1847, overleden in Schaarbeek in 1898.
Aan de academie van Luik gevormd Belgisch beeldhouwer. In 1876 nog gevestigd in de omgeving van Parijs, in het gezelschap van Paul Devigne, komt in 1884 voorgoed naar Brussel. De Kruidtuin van Brussel bezit tal van dierenbeelden van zijn hand. Woonde in Schaarbeek, Wijnheuvelenstraat 35, daarna Vooruitgangstraat 224. Zijn atelier was gevestigd in de Albert de Latourstraat 30.
Geboren in 's-Gravenbrakel in 1828, overleden in Schaarbeek in 1906.
Notaris. Kolonel van de burgerwacht, voerde het bevel over de sector Schaarbeek (1868-1888).
Niet ver van het Josaphatpark, herinnert deze straat uiteraard aan de bron die talrijke legendes gevoed heeft en die vandaag nog steeds de echte ziel van het park vormt.
Naam van de stationswijk van Schaarbeek. Pierre-Ferdinand Roose, baron van Bouchout, laat in 1690 een lusthuis optrekken op de oevers van de Zenne. Midden de 18de eeuw wordt het kasteeltje eigendom van Jérôme de Tassilon, die zijn domein verhuurt aan Karel van Lotharingen, landvoogd van de Oostenrijkse Nederlanden. Aan die prins danken we de naam Monplaisir die aan de hele wijk verbonden zou blijven, want hij was bijzonder gesteld op deze plaats, waar hij galante feesten en jachtpartijen organiseerde.
Ter herinnering aan het landgoed van Monplaisir, waarvan het kasteel, gebouwd in 1690, gelegen was op de plaats waar zich nu de rotonde op de Huart-Hamoirlaan bevindt. Dit goed was van 1752 tot 1780 verhuurd aan Karel van Lotharingen, die er jachtpartijen hield. In 1786 diende het kasteel als zetel van de beroemde porseleinfabriek Monplaisir. Deze fabriek werd in 1907 afgebroken om de aanleg van een nieuwe wijk mogelijk te maken.
Vroegere benaming van de Daillywijk. In de middeleeuwen liep de Maalbeek dwars door de vallei en vormde er verschillende vijvers en poelen. Twee van die waterplassen werden door de dorpelingen "Kleine troostvijver" en "Grote troostvijver" genoemd. Het woord "troost" was een verbastering van de aanduiding "ter roost", "rietveld", wellicht een verwijzing naar het riet rond de vijvers. Toen de wijk midden de 19de eeuw heraangelegd werd, inspireerde het gemeentebestuur zich op deze oude benamingen voor de naam van twee nieuwe straten. Helaas ging de oorspronkelijke verwijzing naar deze "Troost" verloren in de foutieve Franse vertaling, de "rue de la Consolation". De "Roostberg", die na verloop van tijd verbasterde tot "Roosberg", werd eveneens verkeerd vertaald als "Mont Rose", wat de straatnaam werd voor de straat die haaks op de Trooststraat ligt. "Mont Rose" werd al snel "Monrose", naar analogie met de Monplaisirwijk.
In 1880 werd een topografische kaart van Schaarbeek gepubliceerd waarop de wijk Mont-Rose vermeld stond. Waarschijnlijk komt de naam Monrose van een vervorming van het oude Vlaams-Brusselse woord ‘roost’, wat verwijst naar rietland, een vijver omringd door riet, net zoals dat het geval was voor de Trooststraat (zie de beschrijving van de Trooststraat). Langs de oevers van de Maalbeek lag er ook een plotse helling, die sinds lang de Roosberg genoemd werd, ‘de berg van riet’. De vertaling van ‘Roosberg’ zorgde voor de poëtische naam ‘Monrose’. Onder invloed van de naam ‘Monplaisir’ (zie de beschrijving van Monplaisir) ging de ‘-t’ in Mont-Rose (Roostberg) verloren.